Hoe ga je doorgaans te werk?
“Bij het stijlontwerp is het allereerst van groot belang dat je nadenkt over de sfeer die je wilt creëren. In dit denkproces neem je uiteraard de huisstijl van de opdrachtgever mee, maar je denkt ook na over de doelgroep en de boodschap. Is die laatste meer informerend en zakelijk, of juist niet? Je maakt afwegingen op het gebied van kleurgebruik: kies ik voor donkere of lichte, harde of zachte kleuren? Maar het gaat ook over de vormen: hoekig versus rond, strak en formeel versus los en vriendelijk, grafisch versus waarheidsgetrouw… Een waslijst aan keuzes die allemaal meespelen in het neerzetten van een bepaalde sfeer.”
Wanneer kiest een opdrachtgever voor illustraties in plaats van, bijvoorbeeld, fotografie?
“Vaak heeft dat simpelweg te maken met de beschikbaarheid van hulpmiddelen. Fotografie kost veel tijd en geld; er moeten immers modellen worden geregeld, evenals fotogereedschap, locaties en nabewerking. Illustratie kost absoluut ook tijd, maar is minder regelwerk. Daarnaast zijn illustraties ideaal als het gaat om een zwaar thema, waarbij anonimiteit of negatieve associaties een rol spelen. Zo werkte ik eerder aan een infographic voor Filomena, het Centrum voor Huiselijk Geweld en Kindermishandeling in Rotterdam. De infographic om (voornamelijk) vrouwen die te maken hebben met huiselijk geweld mee te nemen door de stappen van een traject bij Filomena. Hierbij is niet gekozen voor foto’s, in verband met de gevoeligheid van het onderwerp. Daarnaast kun je met illustraties het gevoel dat je wil oproepen bij de ontvanger goed sturen. Daarom werkte ik voor Filomena een zachte, ‘vrouwelijke’ stijl uit. Hiervoor gebruikte ik ronde vormen en pastelkleuren. Dit maakt het design en de informatie van de infographic benaderbaar en toegankelijk.”
En in wat voor gevallen kies je voor ‘iconen’, in plaats van illustraties?
“Dat is een goede vraag! Het antwoord zit ‘m hierin: iconen zijn simplistisch, eenduidig en vrij universeel. Denk aan het mannetje en het vrouwtje op iedere toiletdeur in de wereld. Of neem het welbekende vierkantje met een driehoek erbovenop als icoon voor een huis. Maar als ik een icoon wil maken voor groepsgeweld, zoals in een project voor het Ministerie van Justitie en Veiligheid, dan loopt dat spaak. Dergelijke complexe begrippen kun je wél duiden met een illustratie. Daarmee kun je veel meer vertellen.”
Waarom is jouw vakgebied belangrijk bij communicatie?
“Vormgeving speelt een enorme rol bij het overbrengen en hapklaar maken van informatie. Maar ook zeker bij het aantrekkelijk maken van die informatie. Men onderschat vaak de impact van iets dat er mooi uitziet. Het is ‘gewoon mooi’, maar ‘gewoon mooi’ trekt wel de aandacht. Als jij buiten een mooie auto ziet, zal je wereld niet radicaal veranderen. De auto is gewoon mooi – maar je keek er wel naar. Met teksten of andere vormen van informatieoverdracht werkt dit hetzelfde. Dus als het doel is om aandacht te trekken, is ‘gewoon mooi’ ineens hartstikke functioneel.”
Hoe snel ontwikkelt jouw vakgebied zich?
“Binnen de vormgeving zijn er trends, net als bij kleding. Designtrends duren een stuk langer dan modetrends, maar het is heel verstandig om ervan op de hoogte te zijn en te blijven. Dat doe ik door invloedrijke accounts te volgen op Instagram, Pinterest, Behance en Dribbble. En ik kijk vaak naar de cases van vooraanstaande reclamebureaus ter inspiratie voor illustraties. Je leert veel trends dan vanzelf waarderen. Net als het vertrek van skinnyjeans bijvoorbeeld, haha.”
Wat is de grootste uitdaging in jouw vakgebied?
“Dat is de opdrachtgever overtuigen van een beter idee, zonder eigenwijs over te komen. Ik maak regelmatig mee dat een opdrachtgever iets niet nodig vindt, vanwege de kosten of andere redenen. Maar die keuze kan wel degelijk van belang zijn in mijn optiek. Dan is het een kwestie van het demonstreren van mijn expertise, met als uitkomst dat de opdrachtgever begrijpt waarom ik mijn oplossing beter vind. Dat is een uitdagend spanningsveld, omdat het kan worden ervaren als tegenwerken in plaats van meedenken. Op dat vlak leer ik nog steeds.”
